Definify.com

Definition 2024


aansporend

aansporend

Dutch

Participle

aansporend

  1. present participle of aansporen

Declension

Inflection of aansporend
uninflected aansporend
inflected aansporende
comparative
positive
predicative/adverbial aansporend
aansporende
indefinite m./f. sing. aansporende
n. sing. aansporend
plural aansporende
definite aansporende
partitive aansporends