Definify.com

Definition 2024


aanvoegend

aanvoegend

Dutch

Adjective

aanvoegend (not comparable)

  1. subjunctive

Inflection

Inflection of aanvoegend
uninflected aanvoegend
inflected aanvoegende
comparative
positive
predicative/adverbial aanvoegend
indefinite m./f. sing. aanvoegende
n. sing. aanvoegend
plural aanvoegende
definite aanvoegende
partitive aanvoegends

Derived terms

Participle

aanvoegend

  1. present participle of aanvoegen

Inflection

Inflection of aanvoegend
uninflected aanvoegend
inflected aanvoegende
comparative
positive
predicative/adverbial aanvoegend
aanvoegende
indefinite m./f. sing. aanvoegende
n. sing. aanvoegend
plural aanvoegende
definite aanvoegende
partitive aanvoegends

Anagrams