Definify.com

Definition 2024


beeldhouwend

beeldhouwend

Dutch

Participle

beeldhouwend

  1. present participle of beeldhouwen

Declension

Inflection of beeldhouwend
uninflected beeldhouwend
inflected beeldhouwende
comparative
positive
predicative/adverbial beeldhouwend
beeldhouwende
indefinite m./f. sing. beeldhouwende
n. sing. beeldhouwend
plural beeldhouwende
definite beeldhouwende
partitive beeldhouwends

Anagrams