Definify.com

Definition 2024


bruikbaar

bruikbaar

Dutch

Adjective

bruikbaar (comparative bruikbaarder, superlative bruikbaarst)

  1. usable, neither unfit nor broken
  2. useful, which has a good use

Inflection

Inflection of bruikbaar
uninflected bruikbaar
inflected bruikbare
comparative bruikbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bruikbaar bruikbaarder het bruikbaarst
het bruikbaarste
indefinite m./f. sing. bruikbare bruikbaardere bruikbaarste
n. sing. bruikbaar bruikbaarder bruikbaarste
plural bruikbare bruikbaardere bruikbaarste
definite bruikbare bruikbaardere bruikbaarste
partitive bruikbaars bruikbaarders

Synonyms

Antonyms

Derived terms

Related terms