Definify.com

Definition 2024


feitelijk

feitelijk

Dutch

Adjective

feitelijk (comparative feitelijker, superlative feitelijkst)

  1. actual
  2. factual

Inflection

Inflection of feitelijk
uninflected feitelijk
inflected feitelijke
comparative feitelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial feitelijk feitelijker het feitelijkst
het feitelijkste
indefinite m./f. sing. feitelijke feitelijkere feitelijkste
n. sing. feitelijk feitelijker feitelijkste
plural feitelijke feitelijkere feitelijkste
definite feitelijke feitelijkere feitelijkste
partitive feitelijks feitelijkers

Adverb

feitelijk

  1. in fact, de facto
  2. actually