Definify.com

Definition 2024


gemoetend

gemoetend

Dutch

Participle

gemoetend

  1. present participle of gemoeten

Declension

Inflection of gemoetend
uninflected gemoetend
inflected gemoetende
comparative
positive
predicative/adverbial gemoetend
gemoetende
indefinite m./f. sing. gemoetende
n. sing. gemoetend
plural gemoetende
definite gemoetende
partitive gemoetends