Definify.com

Definition 2025

genadeloos ‎(comparative genadelozer, superlative meest genadeloos or genadeloost)

(of persons) merciless, ruthless; heartless
De strenge leraar is genadeloos: een punt per fout
The strict teacher is merciless: a point per error
(things too) merciless, unforgiving, harsh
De genadeloze geseling snijdt diep in zijn vlees
The merciless flogging cuts deep in his flesh

Inflection of genadeloos
uninflected	genadeloos
inflected	genadeloze
comparative	genadelozer
		positive	comparative	superlative
predicative/adverbial		genadeloos	genadelozer	het genadeloost het genadelooste
indefinite	m./f. sing.	genadeloze	genadelozere	genadelooste
	n. sing.	genadeloos	genadelozer	genadelooste
	plural	genadeloze	genadelozere	genadelooste
definite		genadeloze	genadelozere	genadelooste
partitive		genadeloos	genadelozers	—