Definify.com

Definition 2024


hergebruikt

hergebruikt

Dutch

Verb

hergebruikt

  1. second- and third-person singular present indicative of hergebruiken
  2. (archaic) plural imperative of hergebruiken

Participle

hergebruikt

  1. past participle of hergebruiken

Declension

Inflection of hergebruikt
uninflected hergebruikt
inflected hergebruikte
comparative
positive
predicative/adverbial hergebruikt
indefinite m./f. sing. hergebruikte
n. sing. hergebruikt
plural hergebruikte
definite hergebruikte
partitive hergebruikts