Definify.com

Definition 2024


huishoudend

huishoudend

Dutch

Participle

huishoudend

  1. present participle of huishouden

Declension

Inflection of huishoudend
uninflected huishoudend
inflected huishoudende
comparative
positive
predicative/adverbial huishoudend
huishoudende
indefinite m./f. sing. huishoudende
n. sing. huishoudend
plural huishoudende
definite huishoudende
partitive huishoudends