Definify.com

Definition 2024


morsdood

morsdood

Afrikaans

Adjective

morsdood (attributive morsdooie, comparative morsdooier, superlative morsdoodste or morsdooiste)

  1. stone dead; utterly dead

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈmɔrs.doːt/

Etymology

From Low German mursdōd. Compare German mausetot.

Adjective

morsdood (not comparable)

  1. stone dead; utterly dead
    • Editor, "Maandelijksch overzigt der Indische letterkunde.", Tijdschrift voor Nederlandsch Indië, 22 (1860), 5, 317.
      Dit zijn bij hem geheiligde magtspreuken, waarmede hij uwe redeneringen morsdood gelooft te slaan, maar die niets anders bewijzen, dan dat hij de gronden van uw betoog op geene degelijke wijze weet aan te randen, en veel minder omver te werpen.