Definify.com

Definition 2024

neergestort

neergestort

Dutch

Participle

neergestort

past participle of neerstorten

Declension

Inflection of neergestort
uninflected	neergestort
inflected	neergestorte
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		neergestort
indefinite	m./f. sing.	neergestorte
	n. sing.	neergestort
	plural	neergestorte
definite		neergestorte
partitive		neergestorts