Definify.com

Definition 2024


ontbeten

ontbeten

Dutch

Verb

ontbeten

  1. plural past indicative and subjunctive of ontbijten

Participle

ontbeten

  1. past participle of ontbijten

Declension

Inflection of ontbeten
uninflected ontbeten
inflected ontbeten
comparative
positive
predicative/adverbial ontbeten
indefinite m./f. sing. ontbeten
n. sing. ontbeten
plural ontbeten
definite ontbeten
partitive ontbetens