Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
ontmoet
ontmoet
Dutch
Verb
ontmoet
first-
,
second-
and
third-person
singular
present
indicative
of
ontmoeten
imperative
of
ontmoeten
Participle
ontmoet
past participle
of
ontmoeten
Declension
Inflection of
ontmoet
uninflected
ontmoet
inflected
ontmoete
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
ontmoet
indefinite
m.
/
f.
sing.
ontmoete
n.
sing.
ontmoet
plural
ontmoete
definite
ontmoete
partitive
ontmoets
Pronunciation
Similar Results
Outmost