Definify.com

Definition 2024

opgenoemd

opgenoemd

Dutch

Participle

opgenoemd

past participle of opnoemen

Declension

Inflection of opgenoemd
uninflected	opgenoemd
inflected	opgenoemde
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		opgenoemd
indefinite	m./f. sing.	opgenoemde
	n. sing.	opgenoemd
	plural	opgenoemde
definite		opgenoemde
partitive		opgenoemds