Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2025
telkens_wanneer
telkens wanneer
Dutch
Conjunction
telkens
wanneer
whenever
,
every time
(that)
Telkens wanneer ik dat hoor, denk ik terug aan toen.
—
Every time I hear that I think back to that time.
Synonyms
telkens als
Similar Results