Definify.com

Definition 2024

uitgeblonken

uitgeblonken

Dutch

Participle

uitgeblonken

past participle of uitblinken

Declension

Inflection of uitgeblonken
uninflected	uitgeblonken
inflected	uitgeblonken
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		uitgeblonken
indefinite	m./f. sing.	uitgeblonken
	n. sing.	uitgeblonken
	plural	uitgeblonken
definite		uitgeblonken
partitive		uitgeblonkens