Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2025
uitslapend
uitslapend
Dutch
Participle
uitslapend
present participle
of
uitslapen
Declension
Inflection of
uitslapend
uninflected
uitslapend
inflected
uitslapende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
uitslapend
uitslapende
indefinite
m.
/
f.
sing.
uitslapende
n.
sing.
uitslapend
plural
uitslapende
definite
uitslapende
partitive
uitslapends
Pronunciation
Similar Results