Definify.com

Definition 2024


voorkomend

voorkomend

Dutch

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈvoːrˌkoːmənt/

Participle

voorkomend

  1. present participle of voorkomen (to occur)
Declension
Inflection of voorkomend
uninflected voorkomend
inflected voorkomende
comparative
positive
predicative/adverbial voorkomend
voorkomende
indefinite m./f. sing. voorkomende
n. sing. voorkomend
plural voorkomende
definite voorkomende
partitive voorkomends

Etymology 2

Pronunciation

  • IPA(key): /voːrˈkoːmənt/

Participle

voorkomend

  1. present participle of voorkomen (to prevent)
Declension
Inflection of voorkomend
uninflected voorkomend
inflected voorkomende
comparative
positive
predicative/adverbial voorkomend
voorkomende
indefinite m./f. sing. voorkomende
n. sing. voorkomend
plural voorkomende
definite voorkomende
partitive voorkomends