Dutch

Noun

zonneregen m ‎(plural zonneregens, diminutive zonneregentje n)

1. a sun shower
   • 1832, Over de schadelijke huisinsekten, als de huisvliegen, wespen, muggen, weegluizen, vlooijen, luizen, motten, pels-, boek- en kruidkevers en wormen, hout-, blad- en schildluizen, plantmijten, enz., publ. by S. de Grebber, second edition, 6.

     Men behoort ook vooral zorg te dragen, dat de vensters niet geopend worden bij eenen zoogenoemden zonneregen, dewijl de vliegen, die alsdan in de buitenlucht zijn, terstond naar binnen trachten te sluipen.

   • 1858, Humoristische schetsen over den neus, publ. by C. Van der Post Jr., 40.

     Men kan op verschillende wijze niezen, en bij sommige is deze in- en uitademing zelfs niet geheel van kunst ontbloot. Primo, verstaan sommigen de kunst, om bij het niezen eene soort van ligten stralenkrans uit den mond te doen spatten, en de naastbijstaanden er mede, even als bij Schafhausen de aan de houten leuning staande Engelschen, als met een' zonneregen te verrassen. Stellig een kunststukje, dat zij den Leviathan afgeneusd hebben!

   • 2015, Jesse Ball, Sinds het zwijgen begon, tr. by Janneke van der Meulen of Silence Once Begun, Atlas Contact.

     Het leek een heel gewone dag, maar toen we buiten waren, bleek dat er een zonneregen gaande was: het regende terwijl de zon scheen. Hij zei dat hij dol was op zonneregens.

   • 2016, Astrid H. Roemer, Over de gekte van een vrouw, Prometheus.

     De vrouw des huizes was een sfeer als zonneregen, een onsamenhangende omstandigheid.

2. (poetic) sunshine, a shower of sunrays

Synonyms

(sun shower):

• duiveltjeskermis
• kermis in de hel

See also

• het is kermis in de hel