Definify.com

Definition 2024


zwart

zwart

Dutch

Adjective

zwart (comparative zwarter, superlative zwartst)

  1. black
  2. having dark skin
  3. illegal, without payment or taxation

Inflection

Inflection of zwart
uninflected zwart
inflected zwarte
comparative zwarter
positive comparative superlative
predicative/adverbial zwart zwarter het zwartst
het zwartste
indefinite m./f. sing. zwarte zwartere zwartste
n. sing. zwart zwarter zwartste
plural zwarte zwartere zwartste
definite zwarte zwartere zwartste
partitive zwarts zwarters

Antonyms

Derived terms

  • (illegal): zwartkijken, zwartrijden, zwartwerk, zwartwerken

Noun

zwart n (plural zwarten, diminutive zwartje n)

  1. the colour black

See also

Colors in Dutch · kleuren (layout · text)
     rood      groen      geel      roomwit      wit
     karmijnrood      magenta      groenblauw/petrolblauw      groengeel/limoengroen      roze
     indigo      blauw      oranje      grijs      violet
     zwart      paars      bruin      azuurblauw      blauwgroen/cyaan

Limburgish

Noun

zwart n

  1. black