Dutch

Alternative forms

• 1-aprilgrap (unofficial, suggested by Onze Taal)

Noun

1 aprilgrap m ‎(plural 1 aprilgrappen, diminutive 1 aprilgrapje n)

1. April fool, a joke played on April Fools' Day
   • "Zeehondencrèche is opnieuw de dupe van 1 aprilgrap", 'RTV Noord, April 1st 2015.

     Vorig jaar was het opvangcentrum ook al 'slachtoffer' van precies dezelfde 1 aprilgrap.

     The animal shelter also became the 'victim' of exactly the same April fool a year ago.

Synonyms

• 1-aprilgrap (unofficial), aprilgrap, aprilgrol (all current in both Belgium and the Netherlands), aprilvis (Belgian)