Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
aanhangend
aanhangend
Dutch
Participle
aanhangend
present participle
of
aanhangen
Declension
Inflection of
aanhangend
uninflected
aanhangend
inflected
aanhangende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
aanhangend
aanhangende
indefinite
m.
/
f.
sing.
aanhangende
n.
sing.
aanhangend
plural
aanhangende
definite
aanhangende
partitive
aanhangends
Pronunciation
Similar Results