Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2025
aanmerend
aanmerend
Dutch
Participle
aanmerend
present participle
of
aanmeren
Declension
Inflection of
aanmerend
uninflected
aanmerend
inflected
aanmerende
comparative
—
positive
predicative
/
adverbial
aanmerend
aanmerende
indefinite
m.
/
f.
sing.
aanmerende
n.
sing.
aanmerend
plural
aanmerende
definite
aanmerende
partitive
aanmerends
Pronunciation
Similar Results