Definify.com

Definition 2024


afspraak

afspraak

Dutch

Noun

afspraak m, f (plural afspraken, diminutive afspraakje n)

  1. arrangement, agreement, understanding
    Dat is niet volgens de afspraak.
    That is not in accordance with the agreement.
  2. appointment, date
    Zij heeft een afspraak om tien uur.
    She's got an appointment at ten o'clock.