Definify.com

Definition 2024


alleenstaand

alleenstaand

Dutch

Adjective

alleenstaand (not comparable)

  1. single, unmarried
    allenstaande moeder single mother

Inflection

Inflection of alleenstaand
uninflected alleenstaand
inflected alleenstaande
comparative
positive
predicative/adverbial alleenstaand
indefinite m./f. sing. alleenstaande
n. sing. alleenstaand
plural alleenstaande
definite alleenstaande
partitive alleenstaands