Definify.com

Definition 2024


bewoonbaar

bewoonbaar

Dutch

Adjective

bewoonbaar (comparative bewoonbaarder, superlative bewoonbaarst)

  1. habitable, fit for inhabitation, where humans or other animals can live (or fairly comfortably)

Inflection

Inflection of bewoonbaar
uninflected bewoonbaar
inflected bewoonbare
comparative bewoonbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial bewoonbaar bewoonbaarder het bewoonbaarst
het bewoonbaarste
indefinite m./f. sing. bewoonbare bewoonbaardere bewoonbaarste
n. sing. bewoonbaar bewoonbaarder bewoonbaarste
plural bewoonbare bewoonbaardere bewoonbaarste
definite bewoonbare bewoonbaardere bewoonbaarste
partitive bewoonbaars bewoonbaarders

Antonyms

  • onbewoonbaar (derived)

Derived terms

  • bewoonbaarheid

Related terms