Definify.com

Definition 2024


bloeiend

bloeiend

Dutch

Participle

bloeiend

  1. present participle of bloeien

Declension

Inflection of bloeiend
uninflected bloeiend
inflected bloeiende
comparative
positive
predicative/adverbial bloeiend
bloeiende
indefinite m./f. sing. bloeiende
n. sing. bloeiend
plural bloeiende
definite bloeiende
partitive bloeiends

Anagrams