Definify.com

Definition 2024


brouwend

brouwend

Dutch

Participle

brouwend

  1. present participle of brouwen

Declension

Inflection of brouwend
uninflected brouwend
inflected brouwende
comparative
positive
predicative/adverbial brouwend
brouwende
indefinite m./f. sing. brouwende
n. sing. brouwend
plural brouwende
definite brouwende
partitive brouwends

Anagrams