Definify.com

Definition 2024


diepvriezen

diepvriezen

Dutch

Verb

diepvriezen

  1. (transitive) to deep-freeze

Inflection

Inflection of diepvriezen (strong class 2, irregular, separable)
infinitive diepvriezen
past singular vroor diep
past participle diepgevroren
infinitive diepvriezen
gerund diepvriezen n
verbal noun
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular vries diep vroor diep diepvries diepvroor
2nd person sing. (jij) vriest diep vroor diep diepvriest diepvroor
2nd person sing. (u) vriest diep vroor diep diepvriest diepvroor
2nd person sing. (gij) vriest diep vroort diep diepvriest diepvroort
3rd person singular vriest diep vroor diep diepvriest diepvroor
plural vriezen diep vroren diep diepvriezen diepvroren
subjunctive sing.1 vrieze diep vrore diep diepvrieze diepvrore
subjunctive plur.1 vriezen diep vroren diep diepvriezen diepvroren
imperative sing. vries diep
imperative plur.1 vriest diep
participles diepvriezend diepgevroren
1) Archaic.

Related terms

Anagrams

  • vriezen diep