Definify.com

Definition 2024


doenlijk

doenlijk

Dutch

Adjective

doenlijk (comparative doenlijker, superlative doenlijkst)

  1. doable, achievable, possible.

Inflection

Inflection of doenlijk
uninflected doenlijk
inflected doenlijke
comparative doenlijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial doenlijk doenlijker het doenlijkst
het doenlijkste
indefinite m./f. sing. doenlijke doenlijkere doenlijkste
n. sing. doenlijk doenlijker doenlijkste
plural doenlijke doenlijkere doenlijkste
definite doenlijke doenlijkere doenlijkste
partitive doenlijks doenlijkers

Derived terms

  • doenlijkheid
  • ondoenlijk