Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


doorkrijgen

doorkrijgen

Dutch

Verb

doorkrijgen

  1. (transitive) to receive, to be relayed, to be notified of (a message)
  2. (transitive) to realise, to figure out

Inflection

Inflection of doorkrijgen (strong class 1, separable)
infinitive doorkrijgen
past singular kreeg door
past participle doorgekregen
infinitive doorkrijgen
gerund doorkrijgen n
verbal noun —
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular krijg door kreeg door doorkrijg doorkreeg
2nd person sing. (jij) krijgt door kreeg door doorkrijgt doorkreeg
2nd person sing. (u) krijgt door kreeg door doorkrijgt doorkreeg
2nd person sing. (gij) krijgt door kreegt door doorkrijgt doorkreegt
3rd person singular krijgt door kreeg door doorkrijgt doorkreeg
plural krijgen door kregen door doorkrijgen doorkregen
subjunctive sing.1 krijge door krege door doorkrijge doorkrege
subjunctive plur.1 krijgen door kregen door doorkrijgen doorkregen
imperative sing. krijg door
imperative plur.1 krijgt door
participles doorkrijgend doorgekregen
1) Archaic.

Related terms

  • doorhebben

Anagrams

  • krijgen door

Etymology

From door +‎ krijgen.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈdoːrkrɛi̯ɣə(n)/

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms