Definify.com

Definition 2024

erbij

erbij

Dutch

Adverb

erbij

pronominal adverb form of bij + het

Inflection

Pronominal adverbs of erbij

preposition	bij
postpositional adv.	bij
+ het (it)	erbij
+ dit (this)	hierbij
+ dat (that)	daarbij
+ wat (what)	waarbij
+ iets (something)	ergens bij
+ niets (nothing)	nergens bij
+ alles (everything)	overal bij

Anagrams

ribje

Serbo-Croatian

Noun

erbij m ‎(Cyrillic spelling ербиј)

erbium

Slovene

Chemical element
Er	Previous: hólmij (Ho)
Er	Next: túlij (Tm)

Pronunciation

IPA^(key): /ˈɛ̀ːrbij/
Tonal orthography: érbij

Noun

êrbij m inan ‎(genitive êrbija, uncountable)

erbium

Declension

Declension of êrbij (masculine inan., soft o-stem)

	singular
nominative	êrbij
accusative	êrbij
genitive	êrbija
dative	êrbiju
locative	êrbiju
instrumental	êrbijem