Definify.com
Definition 2024
grimlach
grimlach
Dutch
Noun
grimlach m (plural grimlachen, diminutive grimlachje n)
- a scornful, grim or bitter smirk
- 1814, Adriaan Pieterszoon Loosjes, Het leven van Hillegonda Buisman: eene Hollandsche familie geschiedenis uit de zeventiende eeuw, vol. 2, A. Pz. Loosjes (selfpubl.), 38.
- Tusſchen beide ziet men wel eens een grimlachje bij zulke zwijgende perſonen, maar men weet naauwelijks of dat goedkeuring dan beſpotting beteekent.
- In both cases a subtle grim smirk is sometimes seen on the face of those silent people, but it is nigh impossible to know whether that indicates approval or scorn.
- Tusſchen beide ziet men wel eens een grimlachje bij zulke zwijgende perſonen, maar men weet naauwelijks of dat goedkeuring dan beſpotting beteekent.
- 1814, Adriaan Pieterszoon Loosjes, Het leven van Hillegonda Buisman: eene Hollandsche familie geschiedenis uit de zeventiende eeuw, vol. 2, A. Pz. Loosjes (selfpubl.), 38.