Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


groeperen

groeperen

Dutch

Verb

groeperen

  1. to group

Inflection

Inflection of groeperen (weak)
infinitive groeperen
past singular groepeerde
past participle gegroepeerd
infinitive groeperen
gerund groeperen n
verbal noun —
present tense past tense
1st person singular groepeer groepeerde
2nd person sing. (jij) groepeert groepeerde
2nd person sing. (u) groepeert groepeerde
2nd person sing. (gij) groepeert groepeerde
3rd person singular groepeert groepeerde
plural groeperen groepeerden
subjunctive sing.1 groepere groepeerde
subjunctive plur.1 groeperen groepeerden
imperative sing. groepeer
imperative plur.1 groepeert
participles groeperend gegroepeerd
1) Archaic.

Pronunciation

Similar Results

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms