Definify.com

Definition 2024


hergebruikend

hergebruikend

Dutch

Participle

hergebruikend

  1. present participle of hergebruiken

Declension

Inflection of hergebruikend
uninflected hergebruikend
inflected hergebruikende
comparative
positive
predicative/adverbial hergebruikend
hergebruikende
indefinite m./f. sing. hergebruikende
n. sing. hergebruikend
plural hergebruikende
definite hergebruikende
partitive hergebruikends