Definify.com
Definition 2024
hout
hout
Dutch
Noun
hout n (plural houten, diminutive houtje n)
- wood
- Dit gebouw is van hout.
- This building is made of wood.
- Dit gebouw is van hout.
- particular kind of wood
- Teak is een gewaardeerd hout.
- Teak is a valued wood.
- Teak is een gewaardeerd hout.
- piece of wood, stick
Synonyms
- (kind of wood): houtsoort
Derived terms
|
Verb
hout
- first-, second- and third-person singular present indicative of houten
- imperative of houten