Definify.com

Definition 2024


huiken

huiken

Dutch

Noun

huiken

  1. Plural form of huik

Verb

huiken

  1. (archaic) to squat, to bend (through the knees)
    1802 Hij huikt van zwaren last --Weiland. Nederduitsch taalkundig woordenboek.
    He bent under a heavy weight.

Inflection

Inflection of huiken (weak)
infinitive huiken
past singular huikte
past participle gehuikt
infinitive huiken
gerund huiken n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular huik huikte
2nd person sing. (jij) huikt huikte
2nd person sing. (u) huikt huikte
2nd person sing. (gij) huikt huikte
3rd person singular huikt huikte
plural huiken huikten
subjunctive sing.1 huike huikte
subjunctive plur.1 huiken huikten
imperative sing. huik
imperative plur.1 huikt
participles huikend gehuikt
1) Archaic.