Home Search Index

Definify.com

  •  

Definition 2025


importeren

importeren

Dutch

Verb

importeren

  1. to import

Inflection

Inflection of importeren (weak)
infinitive importeren
past singular importeerde
past participle geïmporteerd
infinitive importeren
gerund importeren n
verbal noun —
present tense past tense
1st person singular importeer importeerde
2nd person sing. (jij) importeert importeerde
2nd person sing. (u) importeert importeerde
2nd person sing. (gij) importeert importeerde
3rd person singular importeert importeerde
plural importeren importeerden
subjunctive sing.1 importere importeerde
subjunctive plur.1 importeren importeerden
imperative sing. importeer
imperative plur.1 importeert
participles importerend geïmporteerd
1) Archaic.

Synonyms

  • invoeren

Pronunciation

Similar Results

  • Importer

© 2025 Definify.com · All rights reserved.

Privacy · About · Terms