Definify.com

Definition 2024


inschrijvend

inschrijvend

Dutch

Participle

inschrijvend

  1. present participle of inschrijven

Declension

Inflection of inschrijvend
uninflected inschrijvend
inflected inschrijvende
comparative
positive
predicative/adverbial inschrijvend
inschrijvende
indefinite m./f. sing. inschrijvende
n. sing. inschrijvend
plural inschrijvende
definite inschrijvende
partitive inschrijvends