Definify.com

Definition 2024


kleven

kleven

Dutch

Verb

kleven

  1. (intransitive) To stick, to be attached glue-like
  2. (transitive) To glue, adhere something on/to something else

Inflection

Inflection of kleven (weak)
infinitive kleven
past singular kleefde
past participle gekleefd
infinitive kleven
gerund kleven n
verbal noun
present tense past tense
1st person singular kleef kleefde
2nd person sing. (jij) kleeft kleefde
2nd person sing. (u) kleeft kleefde
2nd person sing. (gij) kleeft kleefde
3rd person singular kleeft kleefde
plural kleven kleefden
subjunctive sing.1 kleve kleefde
subjunctive plur.1 kleven kleefden
imperative sing. kleef
imperative plur.1 kleeft
participles klevend gekleefd
1) Archaic.

Synonyms

Derived terms

  • kleefband
  • kleefpleister m
  • kleverig (adjective)
  • aankleven (verb)
  • bekleven (verb)
  • opkleven (verb)
  • vastkleven (verb)

Anagrams


Swedish

Noun

kleven

  1. definite singular of klev
  2. definite plural of klev