Definify.com
Definition 2024
koek
koek
Dutch
Noun
koek m (plural koeken, diminutive koekje n)
Derived terms
- (cake, cookie - literally): appelkoek, boterkoek, chocoladekoek, gemberkoek, honingkoek, jodenkoek, koffiekoek, kruidkoek, lavendelkoek, maïskoek, ontbijtkoek, oranjekoek, pannenkoek, peperkoek, spekkoek, soldatenkoek, speculaaskoek, suikerkoek
- (cake, cookie - figuratively): billenkoek, kletskoek, lariekoek, lulkoek
- (something sticky): aankoeken, bloedkoek, koeken, moederkoek, vastkoeken