Definify.com

Definition 2024


leesbaar

leesbaar

Dutch

Adjective

leesbaar (comparative leesbaarder, superlative leesbaarst)

  1. readable, legible

Inflection

Inflection of leesbaar
uninflected leesbaar
inflected leesbare
comparative leesbaarder
positive comparative superlative
predicative/adverbial leesbaar leesbaarder het leesbaarst
het leesbaarste
indefinite m./f. sing. leesbare leesbaardere leesbaarste
n. sing. leesbaar leesbaarder leesbaarste
plural leesbare leesbaardere leesbaarste
definite leesbare leesbaardere leesbaarste
partitive leesbaars leesbaarders

Derived terms