Definify.com

Definition 2024


levensloos

levensloos

Dutch

Adjective

levensloos (comparative levenslozer, superlative meest levensloos or levensloost)

  1. listless

Inflection

Inflection of levensloos
uninflected levensloos
inflected levensloze
comparative levenslozer
positive comparative superlative
predicative/adverbial levensloos levenslozer het levensloost
het levenslooste
indefinite m./f. sing. levensloze levenslozere levenslooste
n. sing. levensloos levenslozer levenslooste
plural levensloze levenslozere levenslooste
definite levensloze levenslozere levenslooste
partitive levensloos levenslozers