Definify.com

Definition 2025

losmakend

losmakend

Dutch

Participle

losmakend

present participle of losmaken

Declension

Inflection of losmakend
uninflected	losmakend
inflected	losmakende
comparative	—
		positive
predicative/adverbial		losmakend losmakende
indefinite	m./f. sing.	losmakende
	n. sing.	losmakend
	plural	losmakende
definite		losmakende
partitive		losmakends