Definify.com
Definition 2024
naakt
naakt
Dutch
Adjective
naakt (comparative naakter, superlative naaktst)
- nude, not wearing any clothing; can also apply to part of the body with exposed hide
- naked, bald, without protective fur, feathers etc. on the skin
- bare, stripped, reduced to its essence
- Zelfs de naakte waarheid verslaan is meer dan de naakte cijfers opgeven: de naakte feiten hebben vaak pas betekenis in samenhang
- Even covering the naked truth is more then listing the naked figures: the naked facts often only have meaning in context
- Zelfs de naakte waarheid verslaan is meer dan de naakte cijfers opgeven: de naakte feiten hebben vaak pas betekenis in samenhang
Inflection
Inflection of naakt | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | naakt | |||
inflected | naakte | |||
comparative | naakter | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | naakt | naakter | het naaktst het naaktste |
|
indefinite | m./f. sing. | naakte | naaktere | naaktste |
n. sing. | naakt | naakter | naaktste | |
plural | naakte | naaktere | naaktste | |
definite | naakte | naaktere | naaktste | |
partitive | naakts | naakters | — |
Synonyms
Antonyms
Derived terms
Derived terms
|
|
Noun
naakt n (plural naakten, diminutive naaktje n or nakie n)
- A nude, an artwork representing a naked subject
- nakie is informally used in the expression In m'n nakie — In the nude
Verb
naakt
- second- and third-person singular present indicative of naken
- (archaic) plural imperative of naken