Home
Search
Index
Definify.com
Definition
2024
nasynchroniseren
nasynchroniseren
Dutch
Verb
nasynchroniseren
to
dub
(as in a movie)
Inflection
Inflection of
nasynchroniseren
(weak, separable)
infinitive
nasynchroniseren
past
singular
synchroniseerde na
past
participle
nagesynchroniseerd
infinitive
nasynchroniseren
gerund
nasynchroniseren
n
verbal noun
—
main clause
subordinate clause
present tense
past tense
present tense
past tense
1st
person
singular
synchroniseer na
synchroniseerde na
nasynchroniseer
nasynchroniseerde
2nd
person
sing.
(
jij
)
synchroniseert na
synchroniseerde na
nasynchroniseert
nasynchroniseerde
2nd
person
sing.
(
u
)
synchroniseert na
synchroniseerde na
nasynchroniseert
nasynchroniseerde
2nd
person
sing.
(
gij
)
synchroniseert na
synchroniseerde na
nasynchroniseert
nasynchroniseerde
3rd
person
singular
synchroniseert na
synchroniseerde na
nasynchroniseert
nasynchroniseerde
plural
synchroniseren na
synchroniseerden na
nasynchroniseren
nasynchroniseerden
subjunctive
sing.
1
synchronisere na
synchroniseerde na
nasynchronisere
nasynchroniseerde
subjunctive
plur.
1
synchroniseren na
synchroniseerden na
nasynchroniseren
nasynchroniseerden
imperative
sing.
synchroniseer na
imperative
plur.
1
synchroniseert na
participles
nasynchroniserend
nagesynchroniseerd
1)
Archaic.
Etymology
From
na
+
synchroniseren
Pronunciation
Similar Results