Definify.com

Definition 2024


ontblotend

ontblotend

Dutch

Participle

ontblotend

  1. present participle of ontbloten

Declension

Inflection of ontblotend
uninflected ontblotend
inflected ontblotende
comparative
positive
predicative/adverbial ontblotend
ontblotende
indefinite m./f. sing. ontblotende
n. sing. ontblotend
plural ontblotende
definite ontblotende
partitive ontblotends