Definify.com

Definition 2024


ontstekend

ontstekend

Dutch

Participle

ontstekend

  1. present participle of ontsteken

Declension

Inflection of ontstekend
uninflected ontstekend
inflected ontstekende
comparative
positive
predicative/adverbial ontstekend
ontstekende
indefinite m./f. sing. ontstekende
n. sing. ontstekend
plural ontstekende
definite ontstekende
partitive ontstekends