Definify.com

Definition 2024


onvoorwaardelijk

onvoorwaardelijk

Dutch

Adjective

onvoorwaardelijk (comparative onvoorwaardelijker, superlative onvoorwaardelijkst)

  1. unconditional

Inflection

Inflection of onvoorwaardelijk
uninflected onvoorwaardelijk
inflected onvoorwaardelijke
comparative onvoorwaardelijker
positive comparative superlative
predicative/adverbial onvoorwaardelijk onvoorwaardelijker het onvoorwaardelijkst
het onvoorwaardelijkste
indefinite m./f. sing. onvoorwaardelijke onvoorwaardelijkere onvoorwaardelijkste
n. sing. onvoorwaardelijk onvoorwaardelijker onvoorwaardelijkste
plural onvoorwaardelijke onvoorwaardelijkere onvoorwaardelijkste
definite onvoorwaardelijke onvoorwaardelijkere onvoorwaardelijkste
partitive onvoorwaardelijks onvoorwaardelijkers

Antonyms