Definify.com

Definition 2024


onzuiver

onzuiver

Dutch

Adjective

onzuiver (comparative onzuiverder, superlative onzuiverst)

  1. impure, mixed

Inflection

Inflection of onzuiver
uninflected onzuiver
inflected onzuivere
comparative onzuiverder
positive comparative superlative
predicative/adverbial onzuiver onzuiverder het onzuiverst
het onzuiverste
indefinite m./f. sing. onzuivere onzuiverdere onzuiverste
n. sing. onzuiver onzuiverder onzuiverste
plural onzuivere onzuiverdere onzuiverste
definite onzuivere onzuiverdere onzuiverste
partitive onzuivers onzuiverders